Het is goed mogelijk dat er veel meer
kinderen slachtoffer zijn van mensenhandel, dan blijkt uit de huidige
cijfers. Dat komt doordat het lang niet altijd wordt gemeld als er een
minderjarig slachtoffer is, beweert Corinne Dettmeijer, de Nationaal
Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen maandag.
Dettmeijer stelt dat organisaties die
met minderjarige slachtoffers in contact komen, dat lang niet altijd
melden bij het Coördinatiecentrum Mensenhandel. ,,We weten niet hoeveel
slachtoffers - en dus daders - we niet zien. En dat moet wél, willen we
mensenhandel kunnen voorkomen, slachtoffers kunnen helpen en daders
kunnen vervolgen'', benadrukt Dettmeijer.
Tussen 2007 en 2011 steeg het aantal
gemelde slachtoffers van 716 naar 1222. Daarvan is 16 procent, oftewel
bijna 200, jonger dan 18. Volgens Dettmeijer ligt dat aantal echter een
stuk hoger: ,,Als we zouden kijken naar de leeftijd waarop het
slachtofferschap begon en niet alleen naar de leeftijd die de
slachtoffers hebben als ze gemeld worden, dan vrees ik dat we een veel
grotere groep jongere kinderen terugzien in de cijfers.''
Ongeveer een derde van de
slachtoffers komt uit Nederland, nog eens een derde komt uit Afrikaanse
landen onder de Sahara. Verreweg de meeste slachtoffer (82 procent) zijn
vrouwen, die veelal in de seksindustrie belanden.
Verdachten van deze mensenhandel zijn
mannen van rond de 30 jaar oud. Steeds vaker komen zij uit
Oost-Europese landen zoals Bulgarije en Roemenië. Jaarlijks behandelt
het Openbaar Ministerie (OM) 220 zaken tegen vermeende mensenhandelaren.
Een vijfde wordt geseponeerd en in iets meer dan de helft van de
gevallen komt het tot een veroordeling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten