maandag 17 december 2012

In een strafkamp ben je niet een mens, maar een nummer

Bron

Geert Groot Koerkamp | Moskou − 16/12/12, 20:00
© Foto: AP. Een van de 740 Russische strafkolonies.
Twee leden van de Russische band Pussy Riot werden in augustus veroordeeld tot twee jaar strafkamp. Svetlana Bachmina vertelt over de tijd dat zij in zo'n kolonie opgesloten zat.
  •  
    Je bent in een goelag volkomen weerloos, in de macht van mensen die praktisch alles met je kunnen doen. Daar ben je niemand.
Het eerste vermoeden dat ze op weg was naar Mordovië kreeg Svetlana Bachmina toen ze door de tralies van haar wagon het station van Rjazan ontwaarde. Zuidoostelijke richting, dat kon eigenlijk maar één ding betekenen. Die middag was haar na de lunch een half uur gegeven om haar spullen te pakken.

"Ze gaan met je om alsof je een zak aardappelen bent", zegt Bachmina. "Als het vonnis van kracht wordt, hebben ze tien dagen om je naar de kolonie over te brengen. Maar waar je naartoe gaat, daar heb je geen benul van. Je familie weet dat ook niet." Lachend: "Kennelijk is dat een staatsgeheim. Ik pakte mijn spullen, nam plaats in een busje, dat bracht me naar het station en daar zetten ze me op de trein."

Gearresteerd
Het was oktober 2006. Bachmina, toen 37, was juist veroordeeld voor vermeende fraude en belastingontduiking. Voor haar arrestatie in 2004 was ze manager bij de oliemaatschappij Yukos van de in ongenade gevallen multimiljardair Michail Chodorkovski, die sinds 2003 vastzit en nu, na twee politiek getinte processen, een 13-jarige straf uitzit in een werkkamp in Karelië. Bachmina en verschillende andere Yukos-functionarissen werden eveneens gearresteerd. Ze kreeg na een hoger beroep 6,5 jaar werkkamp opgelegd.

In de zogeheten Stolypinwagon, met tot cellen omgebouwde coupés en ijzeren bedden om op te slapen, bereikte Bachmina het stadje Potma in de deelrepubliek Mordovië, 400 kilometer van Moskou. "Tot de ochtend stonden we ergens op onduidelijke stations, daarna gingen we weer verder. Vragen of je naar het toilet mocht, was een heel probleem. De gevangenen reisden met al hun spullen en tassen, want niemand wist waar hij heenging en wanneer je de eerstvolgende keer een pakje mocht ontvangen."

Alles is grauw
In Potma kwam Bachmina terecht in een gevangenis, vanwaar de gevangenen naar diverse strafkolonies werden overgebracht. Vijf dagen na vertrek uit Moskou arriveerde ze in strafkolonie nummer 14 in het dorpje Partsa. Precies zes jaar later zou Nadezjda Tolokonnikova hier aankomen, een van de twee veroordeelde leden van de punkband Pussy Riot. Tolokonnikova en Maria Aljochina kregen in augustus twee jaar werkkamp voor het 'punkgebed' dat ze in februari 2012 opvoerden in een Moskouse kathedraal, waarbij ze de Moeder Gods vroegen het land te verlossen van Vladimir Poetin.

"Grappig genoeg kwam ik op exact dezelfde dag aan als Tolokonnikova, 25 oktober", herinnert Bachmina zich. "De eerste indruk was deprimerend. Een loodgrijze hemel, het kamp met die grijze schutting. Alles is daar grauw, zelfs de vrouwen in hun blauwe vesten en grijze hoofddoeken."

Netwerk van werkkampen
Partsa biedt plaats aan twee werkkampen, de voornaamste bestaansreden van het dorp, dat in 1925 is ontstaan. In de strafkolonie aan de overkant van de weg zat tot september dit jaar de Tsjetsjeense Zara Moertazalijeva 8,5 jaar gevangen. Begin 2005 werd de toenmalige studente veroordeeld omdat ze een nooit gepleegde terreurdaad zou hebben voorbereid. Ondanks de niet aflatende inspanningen van mensenrechtenorganisaties als Amnesty International moest ze haar volledige straf uitzitten.

De kampen in Partsa behoren tot een reeks strafkolonies die gezamenlijk onder de naam Doebravlag deel uitmaakten van de goelag, het netwerk van werkkampen dat sinds de jaren twintig was opgezet in de Sovjet-Unie en waarin tot aan de dood van Sovjetdictator Stalin in 1953 miljoenen mensen werden opgesloten, gemarteld en vermoord. Bachmina laat foto's zien uit het dorp, die door vrienden zijn gemaakt, ook van de nu onmantelde - volgens geruchten voor het oud ijzer - spoorlijn.
"Ooit werden de gevangenen hier met hele echelons tegelijk per trein aangevoerd. Er waren hier, geloof ik, 26 kampen. De zone waar ik zat is in de jaren dertig begonnen als een mannenkamp en werd pas later een vrouwenkolonie. Hij ligt midden in de taiga, ondoordringbare bossen. Stalin heeft de juiste keus gemaakt: het was een geschikte plek, ver van de bewoonde wereld, er was niets. Kijk, zo ziet het er daar nu uit. Het lijkt alsof de oorlog net is afgelopen, zo treurig en vervallen."

Strak regime
Vanuit het kamp is dat allemaal niet te zien. De pakweg duizend vrouwen in strafkolonie nummer 14 zien hooguit de toppen van de bomen buiten de muren. Niet dat er veel tijd is om daarover te mijmeren, want binnen de kolonie heerst een strak regime en vrije tijd is er nauwelijks. Bachmina kwam terecht in een brigade van pakweg honderd vrouwen. Ze sliepen in een grote barak, dicht op elkaar in stapelbedden. "Je staat op om zes uur, dan moet je snel naar een pleintje om gymnastiekoefeningen te doen, samen met alle acht brigades. Iedereen doet dat op zijn eigen manier en dat is soms lachwekkend, want er zijn ook vrouwen bij van vijftig en zestig jaar, en jongeren, en zieken. Vijf, tien minuten moet je die oefeningen doen, ongeacht de tijd van het jaar. Alleen bij heel strenge vorst geven ze toestemming niet naar buiten te gaan. Dan ga je terug naar de barak om je snel te wassen en te eten en dan in colonne naar de industriële zone van het kamp. Wij werkten in het naaiatelier, waar we aan de lopende band uniformen maakten voor de politie, gevangenispersoneel of brandweer."

Treurige indruk
Twee keer daags moeten alle vrouwen zich buiten opstellen om geteld te worden. Na afloop van het werk wordt iedereen gefouilleerd. Om zeven uur is er een karige maaltijd die meestal uit tarwe- of gerstepap bestaat en om tien uur is het bedtijd. Tijd om te lezen of een brief te schrijven is er bijna niet. Tussendoor moeten de vrouwen verplicht 'educatieve' bijeenkomsten bijwonen, de eigen kleren wassen, sneeuw ruimen en kolen uitladen voor de verwarming van het badhuis, waar ze zich eens per week met behulp van een teiltje met warm water mogen wassen. De rest van de week is het behelpen, door water te verhitten met een dompelaar, of, 's winters, door heet water af te tappen van de verwarmingsbuizen. "Want natuurlijk willen de vrouwen zich wel een beetje normaal blijven voelen."

Alle gevangenen dragen dezelfde kleding. "Het zit heel ongemakkelijk. Zomer en winter loop je in een rok en een jasje van katoen gevuld met vezels. 's Winters heb je het te koud en 's zomers te warm. In de winter krijg je nog wel een extra vest en je hebt een grijze hoofddoek. Die massa vrouwen in hun grijze doeken en vesten geeft een heel treurige indruk."

Etnografische expeditie
Geestelijk en lichamelijk gezond blijven behoort tot de belangrijkste - en moeilijkste - opgaven van iedere gevangene, benadrukt Bachmina. Het slechte eten en de ontoereikende kleding maken de gevangenen extra vatbaar voor ziekten. "Je zit met zijn allen op een kluitje. Als er iemand ziek wordt, heb je meteen een epidemie. En medische zorg is er nauwelijks. Over specialisten als een tandarts, oogarts of gynaecoloog heb ik het al helemaal niet, die komen misschien eens per maand. Iedereen heeft een slecht gebit. Ik zag daar jonge vrouwen die al helemaal geen tanden meer hebben." Daarbij komt dat de kampleiding de gevangenen al gauw verdenkt van simuleren en weigert een dokter te laten komen. "Tenzij je 39 of 40 graden koorts heb, dan hebben ze weinig keus."

Svetlana Bachmina schreef een brief aan Nadezjda Tolokonnikova, om de nieuwkomer in strafkolonie nummer 14 een hart onder de riem te steken. "Hoe weet ik niet, maar ik wil u steunen, wat kleur brengen in de grijze werkelijkheid van Mordovië", schreef ze in een brief die ze meegaf met Tolokonnikova's man. "Probeert u zich voor te stellen, dat u op een etnografische expeditie gaat. Misschien lukt het zelfs aantekeningen te maken. En als u die in de toekomst leest, gelooft u niet dat u daar ooit bent geweest."

Geloof niet, vraag niet
Zijn er ongeschreven regels waar je je in de zone aan moet houden? "Er bestaat een gezegde: geloof niet, vrees niet, vraag niet. Ik geloof dat dat juist is. Wat betreft 'geloof niet': alles is daar onecht. Waarschijnlijk komt daar best vriendschap voor en zijn er normale mensen, maar in de regel moet je niemand geloven. Want heel vaak word je erin geluisd. Daarom, voor de zekerheid: geloof niet. 'Vrees niet' is ook belangrijk, want als je je zwakheid toont, kunnen de gevolgen treurig zijn, en gevaar dreigt zowel van de kant van de gevangenen als van de kant van de administratie.

"En wat betreft 'vraag niet' is het natuurlijk heel belangrijk dat je steun hebt van buitenaf, materiële steun, brieven. Dat de mensen om je heen weten dat daarbuiten iemand op jou wacht, van je houdt, je dingen stuurt. Dat geeft je in hun ogen meer autoriteit. Die regels moet je naleven, hoe stompzinnig ze in veel opzichten ook zijn. Je moet dat doen om te proberen eerder naar huis te komen. Gewoon die regels aan je laars lappen omdat ze stompzinnig zijn, is zinloos. Je moet jezelf altijd voorhouden dat het belangrijkste doel is zo snel mogelijk terug te gaan naar huis, naar je gezin."

Zonde van de tijd
Tijdens haar verblijf in strafkolonie nummer 14 leefde Bachmina van dag tot dag en probeerde ze zo weinig mogelijk te denken aan de jaren die ze nog achter het prikkeldraad van het kamp zou moeten doorbrengen. "Ik kwam naar de kolonie toen ik al bijna twee jaar had vastgezeten. Dus ik had nog 4,5 jaar te gaan en als ik daaraan dacht, werd ik onwel. Je moet proberen niet in een depressie terecht te komen, niet te wanhopen, om je gezonde verstand te bewaren. Ik heb mezelf altijd voorgehouden: het leven gaat door. Het is natuurlijk enorm zonde van de tijd, want die is weggegooid, maar dit is toch maar een stukje van het leven. Er was veel goeds ervoor, en er zal nog veel goeds op volgen. Daarom moet je dit overleven en proberen dat met zo min mogelijk schade zien door te komen. Hoe beledigend het ook is dat ze je onrechtvaardig hebben veroordeeld."

Vernederingen
Dat overleven vergt een enorme inspanning, ontdekte Bachmina al snel. Het leven in de strafkolonie bleek beduidend zwaarder dan de opsluiting in een Moskouse cel, waar ze nog geregeld bezoek kreeg van haar advocaat en familie en waar je door het raam nog een stukje Moskou kon zien. In de kolonie hebben de gevangenen eens in de drie maanden recht op een langer bezoek van familie, waarbij ze drie dagen in een afgesloten onderkomen aan de rand van de zone mogen verblijven met hun bezoek.

"Vrijheidsberoving is in Rusland slechts een onderdeel van de straf. Behalve dat zijn er in de kolonie heel veel andere elementen, vernederingen, die je doen twijfelen aan je verstand en je gezondheid bedreigen. Vrijheidsberoving is nog het minste kwaad. Dat was me meteen duidelijk toen ik na aankomst in de isoleercel terechtkwam, omdat ze zogenaamd een simkaart in mijn spullen hadden gevonden. Ze beschuldigden me voortdurend van allerlei overtredingen. Het bracht me tot hysterie, want met die overtredingen maak je geen kans op vervroegde vrijlating.

Macht
"Je bent in de zone volkomen weerloos, in de macht van mensen die praktisch alles met je kunnen doen. Daar ben je niemand. Niet een mens, maar een nummer. Het is nog goed dat ze in mijn geval en in het geval van Nadezjda weten dat je advocaten hebt, familie, steun, dat men daarbuiten je lotgevallen volgt. Zodat niemand je slaat en ze zorgvuldig met je omspringen. Maar als je dat niet hebt, als je ergens uit de provincie komt, dan zullen ze je minimaal de huid vol schelden, maar ze kunnen je ook aftuigen. Je bent absoluut zonder rechten. Klagen is zinloos, want je weet niet eens of die klacht de zone wel verlaat. Alle brieven worden gecensureerd. En als je klaagt, kan je dat duur te staan komen. Er zijn heel veel manieren waarop ze je kunnen straffen."

Voor Svetlana Bachmina duurde de beproeving uiteindelijk tweeëneenhalf jaar. In april 2009 keerde ze terug naar huis, na een publieke campagne waarin haar vrijlating werd ge-eist. Meer dan 90.000 mensen tekenden een open brief aan de toenmalige president Dmitri Medvedev. Eén van haar pleitbezorgers was oud-Sovjetpresident Michail Gorbatsjov. Bachmina verliet strafkolonie nummer 14 met haar derde kind, een vijf maanden oude dochter, die in de kolonie was geboren.

Rusland telt nog altijd 740 strafkolonies
Volgens cijfers van de Russische federale dienst voor strafuitvoering verbleven op 1 november 2012 ruim 700.000 gevangenen in penitentiaire inrichtingen, van wie er ruim 592.000 zijn ondergebracht in 740 strafkolonies, zoals kolonie nummer 14 in Mordovië. Onder hen zijn bekende namen, zoals ex-oliemagnaat Michail Chodorkovski, die een dertienjarige straf uitzit in Karelië, en zijn zakenpartner Platon Lebedev, die verblijft in een strafkolonie in de noordelijke provincie Archangelsk en mogelijk volgend jaar vervroegd vrijkomt. De twee veroordeelde leden van de punkband Pussy Riot zijn voor het uitzitten van hun tweejarige straf naar twee ver van elkaar liggende kolonies overgebracht. Nadezjda Tolokonnikova verblijft in kolonie nummer 14 in Mordovië, Maria Aljochina bevindt zich op 1200 kilometer afstand van Moskou in een werkkamp in de provincie Perm, in de Oeral. Begin november werd Taisija Osipova, de vrouw van een bekende activist van de oppositie, veroordeeld tot acht jaar strafkamp omdat ze zou hebben gehandeld in drugs. Waar zij naartoe gaat, is nog niet bekend. Dat geldt ook voor Maksim Loezjanin, die op 9 november is veroordeeld tot viereneenhalf jaar strafkamp wegens zijn aandeel in de ongeregeldheden tijdens een oppositiebetoging in Moskou op 6 mei van dit jaar. Meer veroordelingen in deze zaak liggen in het verschiet. Een onderzoek loopt nog tegen zestien anderen, van wie de meesten zich in voorarrest bevinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten