Het is de paradox van de Europese Unie; de macht van Brussel verzwakt
de positie van nationale overheden, wat onafhankelijkheidsgevoelens van
welvarende regio's met een sterk identiteitsgevoel aanwakkert.
Geld
Simpel gesteld draait het onafhankelijkheidsstreven van regio's als Vlaanderen, Catalonië en Schotland om geld. Zowel Vlamingen als Catalanen willen fiscale autonomie omdat zij het gevoel hebben dat de geldstromen binnen de landsgrenzen wel erg eenzijdig zijn. In Schotland is niet helemaal duidelijk hoeveel geld van en naar Londen stroomt, maar ook Schotse nationalisten hameren op toekomstige inkomsten uit olievoorraden.
De onvrede over de geldstromen kreeg een impuls door de eurocrisis. Lidstaten moeten bezuinigen waardoor nationale overheden financiële offers vragen van de rijke gewesten. Dat speelt niet alleen in Catalonië, Vlaanderen en Schotland, maar ook in Baden-Württemberg in Duitsland, Lombardijen en Piemonte in Italie en de Rhône-Alpes in Frankrijk.
New York Times journalist Steven Erlanger constateert dat 'de argumenten van de regio's een mini-versie zijn van de argumenten die de rijkere landen van de eurozone als Duitsland, Finland en Oostenrijk aandragen als zij klagen dat landen als Griekenland, Portugal en Spanje profiteren van hun relatieve rijkdom'.
Historische grieven
Ook Europarlementariër Dirk Jan Eppink trekt die vergelijking. Hij noemt de Europese transfereconomie waar geld van noord naar zuid stroomt een 'soort België in het groot'. 'Er gaat een kloof ontstaan waarbij allerlei culturele verschillen ook naar boven komen', zo waarschuwde hij gisteravond in Nieuwsuur. 'Demonen uit het verleden, waarvan we dachten dat die weg waren komen, weer terug. Kijk maar naar hoe Merkel werd neergezet (als een nazi, red) in Griekenland.'
Eppink ziet hoe Europeanen zich steeds meer met de regio verbonden voelen naarmate Europa meer macht naar zich toe trekt. 'Dat speelt ook in de Duitse deelstaat Beieren en het Noord-Italiaanse Lombardijen, dat meer gemeen heeft met het zuiden van Duitsland dan met het zuiden van Italië. Als je de transferunie te ver doorvoert, drijft dat landen uit elkaar. Datzelfde proces zie je ook binnen landen gebeuren.'
Toch is geld niet het hoofdmotief achter de onafhankelijkheidsgevoelens, meent Heather Grabbe van de Open Society Institute in Brussel. Volgens haar spelen vooral historische grieven en taal een grote rol. 'Als het er op aankomt, zijn het niet zozeer de financiën maar de nationale mythen die ertoe doen - wat voor soort volk zijn we, welke grotere verhalen en emoties spelen een rol.' Hoewel de economie zeker van belang is, stemmen de mensen uiteindelijk met hun hart, constateert Grabbe in The New York Times.
Pro-Europees
Europese nationalisten hebben over het algemeen een afkeer van de EU. Bij de Vlamingen, Schotten en Catalanen ligt dat anders. 'De hele ontwikkeling van de Europese integratie heeft voor regio's die zich willen afscheiden de drempel verlaagd, omdat de eenheden die dan ontstaan weten dat ze niet volledig autonoom en zelfstandig hoeven te zijn", zegt Mark Leonard, de directeur van de Europese Raad voor Buitenlandse Betrekkingen in The New York Times. 'Ze weten dat ze sowieso toegang zullen hebben tot een markt van 500 miljoen mensen en dat ze in bepaalde mate bescherming van de EU zullen genieten.'
Meer macht naar Brussel, zoals onder andere EU-president Herman van Rompuy bepleit, kan dan ook op goedkeurende blikken rekenen van de rijke regio's. Maar daarmee verkeren politici die naar onafhankelijkheid streven electoraal in een lastige positie. Want voor meer Brussel gaat zelfs het hart van de gemiddelde Catalaan, Vlaming en Schot niet sneller kloppen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten